Blokgewichten, circa 1600-1820

Blokgewichten zijn over het algemeen voormetrieke gewichten voor gewone weging, Trooise blokgewichten komen sporadisch voor. Blokgewichten voor gewone weging werden geijkt door regionale en plaatselijke ijkers. De Trooise blokgewichten konden zowel door regionale en plaatselijke ijkers als door ijk- en justeermeesters-generaal geijkt worden.

De bronzen en messing blokgewichten zijn ontstaan als doorontwikkeling van de loden blokgewichten, nadat deze in diverse streken en plaatsen al vóór 01-01-1820 verboden werden. Met de invoering van het metrieke stelsel in Nederland per 01-01-1820 werden de loden blokgewichten definitief verboden.

Blokgewichten zijn afgeknotte, kegelvormige, uit brons of messing vervaardigde gewichten, zonder kruk of knop. Ze werden uitgevoerd met of zonder een zogeheten grijprand. Bij de oudste en bij de kleinere blokgewichten ontbreekt de grijprand vaak.

Er zijn ook voormetrieke en metrieke blokgewichten met een knop bekend. Blokgewichten zijn bekend met massa’s van 2, 1, ½, ¼, ¹⁄8, ¹⁄16 ¹⁄32, en ¹⁄64 pond. De massa-aanduiding is vrijwel nooit op de gewichten vermeld.

De meeste blokgewichten voor gewone weging zijn afkomstig uit Amsterdam, ze zijn door een Amsterdamse ijkmeester geijkt en hebben een massa in Amsterdams dan wel Brabants gewicht.

Blokgewichten uit de volgende plaatsen zijn bekend, maar zeldzaam: Ameland, Assen, Den Haag, Groningen, Hattem, Hoorn, Kampen, Meppel, Nijkerk, Rotterdam, Sneek en Zwolle.

Blokgewichten, lood met koper bekleed
Met name in Overijssel werden uit lood vervaardigde blokgewichten om slijtage van het lood te voorkomen wel van een dunne roodkoperen mantel/omkleding voorzien.
Dit type blokgewicht wordt het Overijsselse type blokgewicht genoemd.